Weense donuts gemaakt van soezendeeg. De beste banketbakkers zullen zich niet schamen voor zo’n recept

  • We beginnen met het kneden van het soezendeeg. Om dit te doen, zeef de bloem in een kom, giet water in de pan, voeg boter en een snufje zout toe.

  • Breng de ingrediënten onder voortdurend roeren aan de kook en zorg ervoor dat de boter volledig smelt. Giet alle bloem bij de hete ingrediënten en meng snel met een houten lepel.

  • Als resultaat moeten we een uniforme massa verkrijgen, die we op een laag brandervermogen verwarmen totdat deze mooi begint los te komen van de wanden van het vat.

  • Doe het soezendeeg in een kom en laat afkoelen. Voeg één ei per keer toe aan het enigszins warme deeg en meng goed.

  • Snijd een vel bakpapier in vierkanten van 8 x 8 cm en bestrijk het met plantaardige olie.

  • Doe het kant-en-klare deeg in een spuitzak met een stervormige punt en druk het uit op papieren vierkantjes, zodat er cirkels ontstaan.

  • Verhit de plantaardige olie in een grote pan met dikke bodem en doe er dan in gedeelten het deeg en het bakpapier in. Tijdens het frituren komt het vanzelf los van de Weense donuts en kun je het verwijderen.

  • Bak de donuts aan elke kant goudbruin, verwijder ze vervolgens met een schuimspaan en laat ze uitlekken op keukenpapier.

  • Wanneer de gebakken Weense donuts zijn afgekoeld, giet je het glazuur erop, bereid met gezeefde poedersuiker, twee eetlepels water en een eetlepel rum.

  • Weense donuts eet je het beste op de dag van bereiding. Ze smaken zowel warm als koud heerlijk. Eet smakelijk!